De kogel lijkt eindelijk door de kerk. Minister Van Gennip van SZW komt ein-de-lijk met maatregelen die een einde moeten maken aan de doorgeschoten flex op de Nederlandse arbeidsmarkt. Van Gennips voorganger Koolmees stelde de commissie Borstlap in. Deze commissie presenteerde in januari 2020 (!) een rapport met een pijnlijke diagnose en heldere aanbevelingen. Uit OESO cijfers bleek dat de flexibele contracten in Nederland totaal doorgeschoten waren, met desastreuze sociale en economische gevolgen. Tevens bleken de vaste contracten veel vaster dan in vergelijkbare landen. Kortom, flex moest vaster en vast kon wel wat flexibeler. Deze boodschap heeft AVV al bij de oprichting in 2005 geagendeerd. Net als de boodschap dat we het pensioenstelsel moeten hervormen trouwens.
Borstlap ried aan drie duidelijke rijbanen voor werk te definiëren: de zzp-er, de vaste arbeidsovereenkomst en de uitzendovereenkomst. Dus geen payroll meer met permanente tijdelijkheid. Ook geen contracting meer waar bijvoorbeeld bagageafhandeling wordt afgezonderd en ultragoedkoop uitbesteed. In het kort: een afgewogen nieuwe balans. Velen gaan erop vooruit, enkelen die het kunnen missen leveren wat in maar de optelsom werd breed gedragen.
Eenvoud en duidelijkheid en in het directe kielzog kenbaarheid, uitvoerbaarheid en handhaafbaarheid. Wij van AVV waren en zijn positief verrast door het rapport van commissie Borstlap.
Het rapport Borstlap werd breed gedragen, maar…. Het moest nog door de SER. Daar zwaaien aan vakbondszijde de FNV en aan werkgeverszijde de ABU (de branche vereniging van de uitzendbureaus) de scepter. FNV wil niet dat het vaste contract iets flexibeler wordt. De ABU wil niet dat het flexibele contract vaster wordt. De uitkomst van de SER behandeling was dus even voorspelbaar als teleurstellend: de heldere adviezen werden teruggebracht tot een flets aftreksel. Helaas is de positie van de SER blijkbaar nog steeds onaantastbaar: de minister neemt niet het advies van de commissie Borstlap over maar het fletse aftreksel.
De Minister durft het niet aan de permanenten tijdelijkheid aan te pakken. Payrollen blijft bestaan, contracting blijft bestaan. Van de maatregelen om met name uitzendkrachten een betere positie te geven is weinig meer over dan gerommel in de marge: de inlenersbeloning wordt uitgebreid ( dat wil zeggen je wordt straks als uitzendkracht meer betaald als ‘gewone’ werknemer in dienst bij de inlener), de periode met uitzendbeding wordt teruggebracht tot 52 weken, de pensioenregeling wordt ‘marktconform’. Echt niet toevallig maatregelen die in 2022 al in de ABU cao voor uitzendkrachten deels of geheel zijn ingevoerd. De ketenbepaling wordt aangepast, maar dat is en blijft een maatregel die twee kanten kan uitvallen: ofwel uitzendkrachten krijgen eerder vastigheid, ofwel ze zijn eerder hun werk kwijt. Welk van die twee het wordt is afwachten.
En het vaste contract blijft uiteraard net zo vast als altijd.
De hervorming van de arbeidsmarkt gaat met dit voorgestelde pakket niet gebeuren. Sterker nog, na invoering van dit pakket wordt de roep om een echt herstel alleen maar harder. Wat een gemiste kans, minister van Gennip!