AVV: de democratische vakbond

De waarde van een contract

We krijgen wel eens de vraag: waarom hamert AVV zo op ‘het formele contract tussen werkgever en werknemer’? Wat is er eigenlijk mis mee als dat contract er niet is en je via een derde werkt, bijvoorbeeld via een uitzendbureau?

Goeie vraag. Heel goeie vraag. Om ook maar een begin van een antwoord te geven moeten we tenminste terug tot 1919. De Geallieerden hielden na WOI gesprekken in Parijs die uitmondden in het verdrag van Versailles in 1919. In dit verdrag stonden allerlei zaken die direct met de oorlog te maken hadden, maar het bevatte ook een hoofdstuk over werk. In dat hoofdstuk werd de ILO opgericht, de International Labour Organisation, als onderdeel van de Verenigde Naties.
Om te voorkomen dat er zo’n grote sociale onrust zou ontstaan door werk (dat voor veel mensen veel ontbering meebracht) dat de vrede en de harmonie van de wereld weer in gevaar zou komen, legden de geallieerden negen principes vast over werk.
Principe één was: werk is geen handelswaar.
(Principe twee was trouwens: het recht om je te verenigen in een vakbond).
Het principe dat werk geen handelswaar is, werd uitgewerkt in de doctrine van het standard employment contract: de arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd tussen werkgever en werknemer. Het ‘standard employment contract’ is een weerspiegeling van de waarde van de band tussen werkgever en werknemer. Veel sociale zekerheid is gekoppeld aan die arbeidsovereenkomst tussen werkgever en werknemer. Die overeenkomst,  zorgt ervoor dat de werkgever bereid is medeverantwoordelijkheid te nemen voor het welzijn van de werknemer: een dak boven het hoofd, goede gezondheid bijvoorbeeld, dat hij bereid is de werknemer te laten meeprofiteren van de winst, dat hij bereid is te investeren in de employability, dat hij bereid is een herstelde werknemer te laten re-integreren na ziekte.

De enige andere overeenkomst tussen werkgever en werknemer die nationaal en internationaal wettelijk erkend wordt is die van de uitzendovereenkomst. Daar is de band tussen werkgever en werknemer doorgeknipt en heeft de werknemer veel minder sociale zekerheid: hij kan makkelijk ontslagen worden, wordt vaak niet hetzelfde betaald als collega’s in dienst van de inlener, heeft een pensioenregeling die veel slechter is etc.

Met het doorknippen van die band verdwijnt ook de bereidheid van de werkgever. Door het inhuren van werkkrachten via driehoeksrelaties (dus via een derde partij die ertussen zit, zoals bijvoorbeeld een uitzendbureau) wordt de werkgever ineens ‘inlener’ en schuift werk een heel eind op in de richting van handelswaar. Immers, de derde partij kan de werknemer vandaag naar inlener A en morgen naar inlener B sturen. Een dergelijke handelwijze miskent dat werk meer waarde heeft voor mensen dan alleen dat deel waarvoor je betaald wordt: mensen ontlenen zingeving aan hun werk, sociale contacten, voldoening, waardering en respect.

Om te voorkomen dat werk handelswaar wordt heeft ook de Europese Unie allerlei beperkingen opgelegd aan uitzendwerk. Helaas heeft Nederland met de invoering van de Flexwet in 1999 zo’n beetje de meest flexibele wetgeving voor flexwerkers van de Westerse wereld. (Het vaste contract daarentegen, is zo’n beetje het meest vaste.) Het uitgangspunt van die flexwet -die door de sociale partners is bedacht- was dat er ‘een palet aan arbeidscontractvormen [zou ontstaan] met voor iedere vorm een eigen evenwicht tussen flexibiliteit en zekerheid’. Dit druist regelrecht in tegen internationale ideeën over arbeidsverhoudingen. Want als elke werkgever zelf kan bedenken welk evenwicht tussen flexibiliteit en zekerheid hij wil aanbrengen, krijg je idiote contracten zoals het payrollen. Bij payrollen ben je in dienst van een payroller, die je permanent uit kan lenen aan de echte werkgever. Die werkgever kan trouwens zijn eigen payrollbedrijfje oprichten om op die manier de verplichtingen verbonden aan werkgeverschap te omzeilen. Dit is in strijd met Europese richtlijnen en jurisprudentie, maar helaas blijft de Nederlandse overheid dit tolereren. En daar zijn wij het pertinent mee oneens.

Waarom hecht AVV zoveel waarde aan het formele contract? Werk is geen handelswaar!

24 mei 2023

© 2017 AVV - PrivacyDisclaimer

Verenigingenweb
Cancel