De rechter heeft geoordeeld dat ‘bedrijvendokter’ Martijn Rozenboom 2 miljoen euro moet betalen in het faillissement van Miss Etam.
In 2020 ging de eigenaar van modeketen Miss Etam failliet. Samen met zustermerken Expresso, Promiss en Claudia Sträter, ging het bedrijf over naar Martijn Rozenboom. AVV heeft er destijds in samenwerking met de ondernemingsraad veel tijd en energie in gestoken om te zorgen dat werknemers loon kregen uitbetaald, onder andere.
Rozenboom kocht de failliete vennootschap FNG NL, waaronder Miss Etam viel, op om er naar eigen zeggen een doorstart van te maken. De businessplannen zouden de groei en continuïteit van de onderneming waarborgen, maar nadat Rozenboom het kocht, sloten er veel winkels, werd de webshop uit de lucht gehaald, zijn er merken doorverkocht en is een deel van de directie niet meer aanspreekbaar.
Hoewel Rozenboom volhoudt dat hij bedrijven opkoopt om ze een doorstart te geven, blijkt nu dat het er in de praktijk dus anders aan toe kan gaan.
In het geval van Miss Etam heeft hij zich niet aan afspraken gehouden. Zo kwam Rozenboom een afspraak met de curator om minstens 100 werknemers op het hoofdkantoor aan het werk te houden niet na. Kwalijk an sich, en al helemaal omdat deze afspraak een rol speelde voor de curator om Miss Etam aan Rozenboom te verkopen. De curator verklaarde in de media dat Rozenboom de enige was die met een bod kwam om de hele failliete boedel te kopen.
Rozenboom had verschillende BV’s opgezet, één voor het personeel, één voor de merkenrechten, één voor de winkelvoorraden etc. Medewerkers kregen al snel na de doorstart geen loon en pensioenpremies meer, waarop AVV samen met de ondernemingsraad van Miss Etam vorderingsacties is gestart.
Zoals bij eerdere overnames door Rozenboom, ging het ook bij Miss Etam mis. Vijf maanden na de overname werd Miss Etam weer failliet verklaard. Volgens Rozenboom kwam dit door de corona maatregelen.
De rechter zag dat anders: die heeft geoordeeld dat dit tweede faillissement Martijn Rozenboom te verwijten valt, mede omdat hij geen administratie voerde. Door die ontbrekende administratie kon de BV waar het personeel in zat niet goed terecht bij de BV waar de winsten binnenkwamen.
We zijn blij met deze uitspraak en hopen dat de beruchte ‘bedrijvendokter’ vanaf nu geen bedrijven meer om zeep helpt voor eigen gewin. Een ander belangrijk en structureel winstpunt van deze uitspraak is dat het een stuk lastiger wordt voor ondernemers om een wirwar van BV’s op te richten met geen of onduidelijke onderlinge afspraken. Ze lopen dan het risico bij faillissement aansprakelijk te worden gesteld.
15 augustus 2024
